Dag 60-2 Leven als God in Frankrijk
Al 524 keer gelezen!
Wandelend door de Jura hebben we weer menig kapelletje en kerk op de gevoelige plaat vastgelegd. Nu is de gevoelige plaat al jaren geleden vervangen door de chip, dus die uitdrukking is niet meer juist, maar wel accuraat. Datzelfde geldt voor het leven als God in Frankrijk. De uitdrukking komt van origine uit Spanje en gaat zelfs terug naar het jaar 711nC., het jaar waarin de Gothen door de Moren werden verdreven en de goede (gotische) tijden werden herinnerd als “de goede oude tijden”. Die uitdrukking in het Spaans is verbasterd in ons taaleigen terecht gekomen als “Leven als God in Frankrijk”. Dit berust blijkbaar op een verkeerde vertaling van “godos in francia”. Neemt niet weg dat ik vaak aan de Nederlandse uitdrukking moest denken. De kerken en kapellen, die wij tegenkwamen in de Jura, evenals de kruisen en crucifixen langs de wegen en paden, waren stuk voor stuk in gebruik en goed onderhouden. Vandaar dat ik moest denken aan “God leeft in Frankrijk”.
De kerken en kapellen langs de route waren stuk voor stuk eenvoudig en met goedkope materialen gebouwd. Zinken daken (vaak) en muurbekleding, kalkstenen of natuurstenen muren en in het inwendige ook geen enkele opsmuk, pracht of praal. Dit heeft uiteraard in de eerste plaats te maken met het feit, dat wij door dorpjes en gehuchtjes liepen en niet door welvarende steden of belangrijke centra van kunst, cultuur, nijverheid en politieke invloed. In die steden verwacht je grote gebouwen van kostbare materialen en versierd door menig kunstwerk van artiesten van naam. Daar zegt men dan van dat God een grote en verheven plaats inneemt in het leven van de mensen. Daar heeft men er alles voor over om Gods eer te laten zien, meent men. Ik betwijfel dat als ik de eenvoud van de kapellen en kerken in de bergen zie. Op zaterdagavond en zondag gaat het dorp naar de kerk, maar ook op doordeweekse dagen worden de gebedstijden bezocht. Ik heb uiteraard geen inzicht in de samenstelling van die geloofsgemeenschappen, maar God woont in een huis aan dat van de mensen gelijk. De hoeve-achtige woningen in de bergdorpen zijn van binnen en buiten aan de godshuizen in de bergdorpen gelijk. Kom je echter weer wat in het dal dan zie je modernere huizen in buitenwijken, leegstand en teloorgang aan de doorgaande weg door het dorp en vaak een gesloten kerk. Dat de oude huizen aan de doorgaande wegen leeg komen te staan verbaast mij niets. Ik zou ook niet in een huisje uit de negentiende eeuw willen leven op een plaats waar de ene na de andere vrachtwagencombinatie bijna over mijn tenen langs dendert. De wegen om het dorp heen leggen en zo de oude kern bewaren is in Nederland gemakkelijker dan in de bergen.
Is het nu teveel gedacht als ik mijmer, dat het zelfbeeld van de mens zich weerspiegelt in zijn godsbeeld? Ik bedoel nu niet de vraag of de mens God verzint, maar meer of de mens God niet aanpast aan zijn zelfbeeld. Bestaat er een relatie tussen de eisen en verwachtingen, die je aan of voor jezelf stelt, en jouw verwachting en beeld van God? Hoe hoger en vaak ook gestresster de eisen zijn die je aan jezelf en jouw leven stelt, hoe gestresster vaak ook de verwachtingen, die je van God hebt. Het lijkt mij toe, dat God zich echter niet aan die verwachtingen aanpast en dat je dus de kans loopt dat je God eerder gaat ontkennen naarmate je van jezelf hogere verwachtingen hebt. Hogere verwachtingen, geen negentiende eeuws huisje langs de doorgaande weg. En dus een lege en slecht onderhouden kerk, die zelfs al monument geen waarde heeft? Hmmm, food for thought ….
Geef een reactie