Dag 85 Refuge de la croix de bonhomme – refuge la Balme
Al 903 keer gelezen!
Ik wilde het gewoon proberen. Een tocht van pakweg 9 uur lopen. Ik deed er met ruime pauzes 11.30 uur over. Maar eerlijk is eerlijk, de laatste drie kilometers had ik pap in de benen.
Het begon om 05.30 uur. Een warme wind waaide onder mijn tarp door en wekte me na opnieuw een heerlijke nacht slaap. Hetzelfde ochtendritueel en om 06.15 uur liep ik bepakt en bezakt de GR5 op. Het begon vandaag met een klimmetje naar een bergkam, die ik zo’n uur volgde. Het was bij tijd en wijle een spannende tocht omdat de sneeuw me dwong om precies op het richeltje te lopen. Je moet er niet aan denken om aan de niet-sneeuw-kant een paar honderd meter naar beneden te kukelen.
Maar ik daalde heelhuids van de kam af en zette koers naar de Refuge de Plan de Lai. Dat was althans de bedoeling. Ik koos echter verkeerd op een kruising (weg wijzers door onderhoudswerkzaamheden) en kwam veel te hoog uit. Dan maar door het weiland naar beneden. Halverwege mijn eerste val van de dag. En mijn daalspieren kregen een aardige knauw. Beneden eerst maar een pauze en wat eten.
Daarna klom de route (en ik dus ook) enkele honderden meters om daarna ook zo goed als op die hoogte te blijven. Dat was prettig wandelen langs de flank van de berg door alpenweiden. Twee uur lang genieten van de Alpen zoals ze in diverse reclames voorkomen. Geheel anders dan gisteren had ik het rijk bijna voor me alleen. Ik keek neer op een vallei en aan het einde zag ik de klim al komen.
Het was de klim naar de Col Bresson. Deze Col was in de herfst van 2018 de reden voor Anne en mij om de tocht af te breken. Er werd flink sneeuw verwacht en dan zou de col volgens het boekje niet te vinden zijn. Hoe waar bleek dat te zijn! Het eerste stuk was uiteraard sneeuwvrij. Maar zelfs zonder sneeuw was de klim niet zonder risico van verkeerd lopen. Halverwege de klim verschenen flinke sneeuwvelden. Gidsen waren zo vriendelijk geweest om vlaggetjes in de sneeuw te zetten. In de hoop dat er maar één route omhoog naar de col ging oriënteerde ik me op die vlaggetjes. Sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw. Wat een vervelend goedje, zeker als het al een dag in de zon heeft liggen koken. Zwaar, vervelend glijden naar boven. Mijn spieren kregen een aardige dreun.
Bijna boven kreeg ik weer vaste grond onder de voeten. Op één klein sneeuwveld na dan. En daar ging het mis. Ik gleed uit en gleed van de helling af richting de rotsen. Gelukkig had ik de tegenwoordigheid van geest om een wandelstok in de sneeuw te rammen (sorry voor het woord, maar zo voelde het). De stok kreeg het zwaar, maar ik bleef in ieder geval liggen. Dank zij een lesje van een alpenvriend. Weer opgekrabbeld maakte ik de tocht naar de col af en keek boven opnieuw uit over een enorm sneeuwveld waar de route onder moest liggen.
Waar was de route? Waar moest ik heen? Een beetje logica en lezen van de Garmin maakte dat ik één bepaald spoor in de sneeuw als GR5-spoor aanmerkte. Dat ben ik dus maar gaan volgen. Ook dat ging niet vlekkeloos. Ik wist dat er in de buurt van rotsen flinke gaten onder de sneeuw konden zitten. Ook kennis van de alpenvriend. Ik nam behoorlijk afstand, maar één keer ging het flink mis. Ik zakte met mijn linker been in een gat, draaide om mijn as en klapte op de rotsen. Mijn been en mijn linkerarm gaven aan dat niet leuk te vinden. Gelukkig zat mijn rugzak tussen de rotsen en mijn rug en hoofd, dus daar geen schade. Maar ik lag wel klem met een gedraaid been in de sneeuw. Opnieuw was het een wandelstok die verder rollen voorkwam. Helaas is de stok nu wel krom. Na enig wurmen kwam ik los en onderzocht mijn arm. Bloeden, maar niet meer dan een flinke schaafwond. Mijn been voelde niet gebroken, maar in een kramp. Waarschijnlijk een oude blessure die weer opspeelt. Enig masseren en de eerste meters wat hinken gaven weer nieuwe energie. Ik ben er op beneden gekomen.
De weg naar beneden was echter ook lastig te vinden. Hoe vind je richting in een sneeuwveld en waar kun je wel en niet staan. Anders dan in de sneeuw van maandag waren er nu geen of nauwelijks sporen. En dan moet je ook nog maar hopen dat die jouw kant op gaan. Maar de navigatie bracht uitkomst. Zolang het pijltje in de gevraagde richting bleef wijzen zat ik redelijk goed. Inmiddels weet ik dat riviertjes onder de sneeuw zich verraden door een soort stroompatroon in de sneeuw. Twee keer moest ik gokken dat de sneeuwbrug sterk genoeg was. Beide keren goed gegokt. Het was een uiterst vermoeiende afdaling. De paden waren rivieren en een paar keer moest ik zoeken waar ik een rivier over kon. Maar ik ben gearriveerd. Een hele opluchting, al zeg ik het zelf.
Het was heet deze dag. Ik heb zes liter water gedronken en niet één keer geplast. Kun je nagaan. In 11,5 uur (pauzes meegerekend) heb ik de afstand overbrugd. Ik voel het aan de onrust in mijn benen, maar dat geeft ook een heel tevreden gevoel. I did it!
Geef een reactie