Een paar dagen op de fiets
Al 320 keer gelezen!
Zondagavond, file op de A9, het staat helemaal vast. In de staart van de file kan ik nog net de A5 opschieten. Het is al tegen zevenen. Ik heb een kerkdienst geleid in Haarlem maar thuis wachten de kleinkinderen Lars en Tess voor een fiets-bivaktocht en we moeten nog tien kilometer fietsen voor het eerste bivak van de tocht. Geen tijd voor een file dus. Met enige vertraging kom ik thuis, kleed me om, zoen iedereen vaarwel en fiets met Lars en Tess Almere uit. Het eerste bivak is bij De Groene Fiets. Mark en Amerensia hebben een deel van hun tuin ingericht als bivakplaats. Een buitenkeuken, een buitentoilet en wat verder nodig is. Een uitstekende plek voor een nachtje bivakkeren. En iedereen is welkom (Norbert Eliasweg 34, Almere bij de groene fiets). Een kampvuurtje, marshmellows en om 10.30 uur slapen na voorlezen uit Foeksia de heks.
06.30 uur en iedereen is klaarwakker. We kruipen ons nest uit en beginnen maar meteen met opruimen. Ontbijt maken, tanden poetsen en fiets inpakken. Om 09.00 uur nemen we afscheid van Amerensia en fietsen de wijde wereld in. Eerst door het cirkelbos naar de dijk. We hebben windje mee op de tocht naar de Eemhof Marina. Onderweg zingen we, tellen windmolens, noemen vogels bij hun naam en kijken naar de visfuiken (volgens Tess mag viskuilen ook, maar dan alleen als je fuiken een raar woord vindt). Bij de Eemhof is er fris en gebak en daarna proberen we een vis te vangen. De concentratie op de dobber is echter binnen vijf minuten weg, gaan de kinderen spelen en kan ik een stukje bloggen.
We fietsen verder naar Zeewolde door het Horsterwold. Zo tegen lunchtijd strijken we neer op een terrasje in hartje Zeewolde voor een broodje en wat drinken en besluiten tegelijk om in de polder te gaan vissen. Dus niet in het randmeer, want in de polder zit meer vis volgens de kinderen. En dus rijden we alvast richting het bivak van de avond en zien bij een kanaal vissers zitten. Daar gaan we maar tussen zitten en ja hoor, in no time hengelt Lars onder begeleiding van meneer de Jong twee baarzen en een voorn uit het water. Het feest is groot. Als meneer de Jong een snoek vangt, die hem en een andere visser ook nog in hun handen bijt, vindt Tess het genoeg en moeten we nodig verder reizen. Zo gezegd zo gedaan. We pakken de boel weer in en rijden de laatste tien kilometer naar boer Johan waar we in de voortuin mogen bivakkeren.
Op de boerderij worden we hartelijk ontvangen door de ouders van boer Johan. Koffie, fris en kletsen in de zon tot het tijd wordt om toch maar eens een kampement op te zetten. De kinderen zijn dan allang verdwenen. Kittens en kalfjes. Met moeite krijg ik ze bij het avondeten. Maar de pannenkoeken lokken toch. De eerste twee zijn niet lekker. Ik heb het pannetje nog nooit voor pannenkoeken gebruikt en het is dan ook even wennen, maar vanaf nummer drie zijn ze lekker. Zodra de pannenkoeken achter de kiezen zijn zijn de kinderen weer verdwenen. Ik doe de afwas en pak de voorleesboeken. Inmiddels wordt het donker. Ik ga ze maar eens zoeken voor een kampvuurtje. Voorlezen en marshmellows. Als ze bijna in slaap vallen zoeken we ons bed op. Het is mooi geweest voor vandaag. De kinderen slapen meteen, maar bij mij duurt het even. Ik dacht dat het platteland stil was in de nacht. Mooi niet. Ik hoor het suizen van de windturbine naast de boerderij en de koeling bij de buren. De hond van de buren vindt het ook nodig om iedereen en alles uit te foeteren tot ver in de nacht. Maar uiteindelijk ….
De volgende dag wordt er uitgeslapen. Niet erg, want Aviodrome is maar 45 minuten fietsen en gaat pas om 10.00 uur open. Alle ruimte voor ontbijt, beesten en opruimen. Nog een laatste kop koffie bij de boer, wat laatste verhalen en we fietsen richting de Knardijk om over leuke landpaadjes naar Vliegveld Lelystad te gaan. De wegen daar zijn een vrachtwagen breed, dus Tess houdt goed in de gaten of er een vrachtwaggel aan komt. Zodra er één dichtbij is stoppen wij in de berm en remt de vrachtwaggel af tot 20 km/u om ons met een vriendelijke zwaai of duim van de chauffeur op veilige wijze te passeren. Zo komen we tegen 10.30 uur aan bij het Aviodrome en mogen we de bepakte fietsen in de Uiverzaal zetten zodat we onbekommerd van de vliegtuigen en de geschiedenis kunnen genieten. Lars en Tess behalen allebei hun diploma (piloot en stewardess, we blijven wel in de genderregelmaat) en wij gaan onze fietsen weer ophalen om “weer op reis te gaan”, zoals Tess dat noemt.
Onderweg naar Almere passeren we nog een bekende broodjeswinkel, waar we een welverdiende pauze houden. Het is heet vandaag en we hebben naar Almere de wind tegen. He laatste twintig kilometer langs de Lage Vaart vallen dan ook niet mee. We stoppen vaker voor water en wat rust dan gisteren. Maar als je maar door blijft trappen komt het 100 km-punt vanzelf en dat halen we dan ook als we nog zes kilometer van oma en de thee af zijn. Als we thuis komen is oma er niet. Ze is aan het werk. We ruimen de kampspullen zoveel mogelijk op, douchen al vast en als we met natte haren (de kinderen dan) aan tafel zitten is oma er ook en ronden we de dag af met warm eten en spelletjes.
Geef een reactie