Even op de fiets ….
Al 128 keer gelezen!
Mei 2016. Lars en ik leven al zes jaar als kleinzoon en opa, dus wordt het tijd om hem een beetje outdoor bij te brengen. Nu is wandelen met bepakking voor Lars nog niet te doen en de bolderwagen, die we vroeger meenamen voor kleine kinderen is al lang naar een ander gezin, dus wordt het de fiets. Lars kan immers al goed fietsen, al gaat hij niet zo snel dat we grote afstanden kunnen afleggen. Drie dagen op pad in het mooie Drenthe en overnachten op een natuurkampeerplaats lijkt mij een uitstekend plan. Lars is ook te porren, dus pakken we de wandeluitrusting in een fietstas en een fietskarretje en gaan op pad.
De sfeer zit er al meteen goed in en in Drenthe kunnen we onbezorgd fietsen omdat de provincie er veel aan heeft gedaan om de wegen en paden voor fietsers zo veilig en prettig mogelijk te maken. We konden dus fietserveilig de provincie rond. Ik had wel een route gekozen, die de drukte op een afstand hield. Bos, weilanden en heidevelden. Lars vond het geweldig en fietste er lustig op los. Het was ook wel gemakkelijk dat hij duidelijk aangaf wanneer het voor dit moment wel welletjes was en hij verlangde naar een bankje en een potje trappen tegen een bal.
We fietste drie etappes. Van Lars’ huis naar de Voscheheugte in Mantinge. De route ging over de Hoge Stoep, een prachtig natuurgebiedje ten Noordoosten van Hoogeveen. Het weer was geweldig. Zon, niet al te warm en een zacht briesje om wat af te koelen.
Samen een kampementje maken was geen enkel probleem. Lars had het vrij snel door en de tent stond dan ook in een mum van tijd. Aangezien we niet zo heel erg lang hadden gefietst hadden we tijd over om te voetballen en een paar dingetjes voor de avond te regelen, zoals hout bij elkaar krijgen voor het kampvuur. Gelukkig had de campingbaas een vuurschaal voor ons, dus we verheugden op onze avond.
Die avond begint uiteraard met samen koken, eten, afwassen en een vuurtje stoken. Vooral dat laatste viel bij Lars in de smaak. Ik kan het ook anders zeggen. Koken is leuk, opa’s eten matig en afwassen een verplichting. Maar goed, dan hebben we toch een kampvuur en wat is spannender om bij dat kampvuur te zitten en te kletsen tot het al donker is. En zo geschiedde.
Het voordeel van laat naar bed is laat opstaan. Dat was zeker nu een voordeel, want tot vroeg in de ochtend regende het pijpenstelen en ik had weinig zin om de boel in de regen in te pakken. Toen de regen dan ook stopte had ik nog een uur voordat Lars wakker werd en was er af en toe ook al een zonnestraaltje op de tent gevallen. En dan het gebruikelijke ritueel. Ontbijtje maken, wassen, tandenpoetsen, kampement inpakken weer op pad.
De tweede dag reden we voornamelijk weiland en bos. Geen heide. Onderweg was het rustig. Ik had eerlijk gezegd verwacht dat de Drentse wegen en paden al redelijk bezet zouden zijn, maar dat viel nog reuze mee in deze tijd van het jaar. Na koffie gebak en boodschappen in Wijster kwamen we voor in de middag aan op de natuurkampeerplaats van Lhee. En uiteraard eerst weer het gebruikelijk riedeltje. We hadden een heel mooi plekje en het weer was aanzienlijk opgeknapt.
Lars had van een boswachter een vogelboekje gekregen, dus moest er gezocht worden naar de vogels, bomen en dieren, die er in stonden. Dat was een hele klus, want als je aan de picknicktafel blijft zitten zie je er niet zoveel. Een bal en een voorleesboek brachten uitkomst en het werd een gezellige avond, ook al kon Lars nog steeds mijn kookkunsten niet erg waarderen. Volgende keer ander eten regelen.
Opa’s kennen veel mensen, grote en kleine. Dus het is best begrijpelijk, dat opa’s zich soms in de naam vergissen. “Ik bennie Daan, opa!” “O nee, Bennie?” En zo werden de avonturen van Bennie en Borstel (dat is opa dus) geboren.
De vermoeidheid had toegeslagen, dus de luiken gingen deze avond om 20.00 uur al dicht. Het was namelijk koud (onbewolkt) en alleen in de slaapzak bij het voorleesboek warm. Dat had wel tot gevolg, dat de morgenstond van de derde dag goud in de mond had. We waren vroeg wakker en konden we zodra de eerste zonnestralen op de picknicktafel vielen ons ontbijtje gaan maken. We waren lekker vroeg, dus konden onderweg ruim tijd nemen voor de dingen, die we tegen kwamen.
De eerste stop was al na een kilometer, de schaapskooi van Dwingelder veld. We waren ruim op tijd om de kudde te zien vertrekken. Leuk om te zien hoe één van de honden niet meeliep met de kudde maar bleef zitten bij een lammetje dat vast zat. De herderin kreeg door het gedrag van de hond het beestje in de gaten en kon het bevrijden.
De tocht over de hei was prachtig en ook het gebied ten zuiden van de hei was heel mooi. Oude weggetjes en paden. Heb ik 13 jaar in Drenthe gewoond en kom ik er nu pas achter hoe mooi sommige stukken zijn op een zonnige meimorgen.
Na een stop in Ruinen (ijs, koffie en chocolademelk) peddelden we weer al kletsend richting Lars’ huis. Onderweg verzonnen we verhaaltjes van Bennie en Borstel. Dat was voor ons geen enkel probleem. Onze fantasie is hopelijk eindeloos. Het weer was geweldig en ons humeur ook. 75 uur na ons vertrek kwam de voordeur van Lars weer in zicht en een knuffel van papa en mama. Het was een geweldige tocht. Op naar de volgende keer!
Geef een reactie